Een frisse dag. Temperatuur amper boven nul. Heerlijk zonnetje aan de hemel.
Op weg naar mijn locatie vallen mij extra veel fietscrossers op. Ze zitten onder het slik. De een oogt nog fanatieker dan de ander.
Gedurende enkele maanden had ik al een onverharde zijweg van de Hellegatweg op het oog. Hoge bomen langs beide zijden van het pad. Aan de horizon een prachtig wolkendek. Een reusachtige luchtballon aan het firmament. Tjonge jonge, ik vind het al behoorlijk frisjes op de begane grond, laat staan hoe de temperatuur aanvoelt acht tot negen honderd meter boven de grond. Je moet haast een bikkel zijn om in zo'n mand te klauteren en de weergoden te lijf te gaan. Je moet er wat voor over hebben om de wereld vanuit de hoogte te bewonderen. Maar, af en toe wordt de 'verwarming' flink opgepookt in de mand. Vlammen flikkeren. De ballon pakt weer de noodzakelijke hoogte en scheert bijna rakelings over de kale bomenrijen. Ik hoor enkele honden protesteren. Aan het einde van het pad tref ik een horizontale paal aan. Verboden toegang. 'Eigen weg'. 'Pas op voor de hond'.
Wijselijk sla ik linksaf. Als ik niet zou opletten zou een dik aangekleedde sportieveling op een crossfiets mij in een onoverzichtelijke bocht scheppen. Het loopt goed af. Een mens zou zich toch optimaal veilig moeten voelen in de natuur. Of draai ik de boel nu om? Net bekomen van de schrik, opnieuw een crosser. "Hoi" klinkt het.
Honderd meter verderop een groen bord met witte tekst. 'Vloeiweide'. Rode besjes hangen er uitgedroogd bij. Dat vraagt om een foto. Een stuk boomschors vertoont bevriezingsverschijnselen. Het lijkt wel een gedrocht. Enkele paarden staan te dabberen in de natte grond. De dieren verbazen zich over de extra drukte deze middag. Ze kijken mij nieuwsgierig aan. Damp stroomt uit hun neusgaten. Prachtige beesten.
De 'Vloeiweide' denk ik dan. Mijn vader heeft ons wel eens hierover verteld. Je werd er niet blij van. Hier is het in de jaren '40 wel raak en anders geweest. Mens en natuur zijn grof geweld aangedaan.
Enkele verdwaalde (post)duiven zoeken deze winterdag in alle rust naar voedsel.
René van Belzen